Energiecertificaten in Brussel en Wallonië
In Vlaanderen heb je als eigenaar een EPC nodig en dat zit in een nieuw jasje sinds 1 januari 2019. Maar ook Brussel en Wallonië hebben een eigen regel- en wetgeving wanneer het gaat over energiezuinig wonen. ‘Wonen’ inderdaad. Niet ‘bouwen’, want dat is nog iets anders. Geen paniek, stap voor stap komen we eruit. De belangrijkste richtlijnen staan hier overzichtelijk op een rijtje.
EPC, EPB-certificaat of certification PEB
Allereerst moeten we het heel even hebben over de naamgeving. In Vlaanderen spreken we van een EPC of energieprestatiecertificaat. In Brussel heet het EPB-certificaat (energieprestaties en binnenklimaat) en in Wallonië spreekt men Frans en heet dat een ‘certification de la performance énergétique des bâtiments’ of ‘certificationPEB’.
Drie namen voor drie verschillende dingen? Ja en nee. In de basis gaat het altijd over hetzelfde en is alles terug te voeren tot de Europese richtlijn over de energieprestaties van gebouwen (EPBD) die dateert van 16 december 2002. Let op het woordje ‘richtlijn’, dat inhoudt dat elk bestuursniveau de concrete invulling zelf mag bepalen. En in België zijn dat de drie regio’s: Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Er zijn dus wel degelijk specifieke regels per regio, maar – en vooral – er zijn ook een aantal gemeenschappelijke elementen die overal van toepassing zijn.
Feit is – en dat geldt voor half Europa – dat heel veel oudere, bestaande gebouwen de lucht eromheen opwarmen. Enkel glas, slechte isolatie, het heeft iets van dweilen met de kraan open maar is in dit geval dus stoken met de ramen open. En dat is niet alleen een enorme belasting voor het milieu, het laat zich ook elke maand voelen in de portemonnee van de bewoner. Zowel het EPC (Vlaanderen), EPB (Brussel) als het PEB (Wallonië) hebben als doel dat je als bewoner (eigenaar of huurder) weet waar je aan toe bent op dat vlak.
Gemeenschappelijke elementen
Het ‘energiecertificaat van de woning’ is anno 2019 dus in de eerste plaats een vergelijkingsinstrument tussen panden voor potentiële kopers of huurders. En om te kunnen vergelijken, moet iedereen het doen, dus dat is alvast een gemeenschappelijk element: zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië moet aan elk gebouw op termijn een energiezuinige waarde gekoppeld zijn. Los van welk drieletterwoord daar dan op staat. Om dat te realiseren, koppelen de drie regio’s de verplichting aan elke vastgoedtransactie. Elke verkoop of verhuur dus. Zo’n certificaat is ook overal 10 jaar geldig, tenzij je eerder energiezuinige renovatiewerken laat uitvoeren. Een derde terugkerend element is dat het energiecertificaat voor een transactie duidelijk geadverteerd moet worden.
In wezen zijn die gemeenschappelijke zaken het belangrijkst. Dat het uiteindelijke resultaat – het theoretisch energieverbruik van een pand – in Wallonië dan uitgedrukt wordt in kWh, terwijl het Vlaams EPC sinds 1 januari 2019 (en het Brussels EPB-certificaat al langer) gebruik maakt van een label (kleur + letter), is hetzelfde als het verschil tussen een rode en een groene appel: het blijven allebei appels. Panden zijn dus per regio perfect vergelijkbaar ten opzichte van elkaar en een huurder of koper kan vooraf inschatten wat hij of zij op het vlak van energiezuinig wonen in handen krijgt.
Verschillen per regio
Maar, er zijn dus ook een aantal verschillen. Niet wezenlijk, als in: we hebben het over compleet andere zaken. Wel nuances. Allereerst is er de precieze naam. Ten tweede zijn er een aantal bepalingen die vooral in woord, en dus minder in concrete toepassing, variëren. In Brussel spreekt men van een EPB-certificaat voor “elke woning van 18 m² of meer”, in Wallonië hoeft het dan weer niet voor “gebouwen met een totale bruikbare oppervlakte van minder dan 50 m²”. De realiteit is dat die omschrijving in de praktijk neerkomt op de gangbare bouwwijze per regio: in (grootstad) Brussel vind je weinig woningen van minder dan 18 m², in Wallonië is een oppervlakte van minder dan 50 m² dan weer zeldzaam.
In Wallonië is een deelrapport voor de gemeenschappelijke installaties nodig als we over een appartementsgebouw spreken, in Brussel bestaan dan weer verschillende modellen EPB-certificaten afhankelijk van de bestemming van een pand en de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag. De verantwoordelijke instanties zijn verschillend en een certificaat kan alleen door een regionaal erkend expert worden opgesteld.
Veel hangt dus af van formele structuren en organisatie op bestuursniveau. Wie is bevoegd en voor wat? En hoe drukken we dit of dat precies uit. In kWh of met een lettercode? Wie toevallig in een grensstraat woont en zich aan de overzijde in Nederland, Duitsland of Frankrijk bevindt, zal merken dat zijn of haar buren met een andere terminologie en invulling geconfronteerd worden. Maar energiezuinigheid en de bijhorende certificatie, ze zijn er en ze zullen niet snel verdwijnen.
Energiecertificaten van bestaande gebouwen in Brussel en Wallonië samengevat
Aan de basis ligt een Europese richtlijn
Uitgangspunt is op lange termijn energiezuinigere woningen, kantoren en flats te realiseren
Elke lokale overheid legt eigen accenten: in België zijn de drie regio’s bevoegd
Gemeenschappelijke elementen , ongeacht de regio
Tien jaar geldig, of tot eerdere renovatie
Altijd een vereiste bij de verkoop of verhuur van een woning. Vooraf!
Wordt toegekend door een regionale deskundige, die daarvoor langskomt
Zowel het EPC (Vlaanderen), EPB (Brussel) als het PEB (Wallonië) resulteren in een waarde die energiezuinigheid uitdrukt
Verschillen per regio
De manier waarop die waardeuitgedrukt wordt: kleur, letter of kWh/jaar
De precieze omschrijving van elk pand dat aan de verplichting onderworpen is
De verantwoordelijke instantie
Daaruit volgend, de deskundige, die een regionale erkenning moet bezitten